Verkenner gesprek met Robert Schenk: “We moeten niet alleen leren om agile te werken, maar ook om empirisch te denken”
Een jaar na het eerste Verkenner gesprek zitten Marco van Gelder en ik op dezelfde plek in Den Haag; aan dezelfde tafel met een nieuwe Verkenner. Robert Schenk is projectmanager en adviseur binnen Service van Business Operations. Er volgt een persoonlijk gesprek over filosofie, gamification en de kracht van de wil.
Het is een gure dag. En toch schijnt af en toe de zon door de gordijnen naar binnen. Zijn verhaal begint bij zijn opleiding. Hij startte met theologie. Als een jongen ‘uit de provincie’ kreeg hij het advies om de stad op te zoeken. En zo belandde hij in Amsterdam. “Dit was een manier om de keuze waar ik me echt op wilde richten, uit te stellen. Ik wilde van ‘al die dingen’ iets weten; dat zou ik iedereen ook gunnen”. Maar hij was een vreemde eend in de bijt. Hij wilde het geloof niet praktiseren, in tegenstelling tot zijn medestudenten. En dat leidde al snel tot een overstap naar wijsbegeerte; ook in Amsterdam.
In die tijd begon hij ook te werken bij het Mirjamhuis in Amsterdam. Een opvanghuis voor meestal verslaafde straatprostituees gerund door nonnen. Dat had impact op de keuzes die hij maakte met zijn studie. “Ik realiseerde me, dat als ik iets wilde met mijn studie, ik me dan niet moest toeleggen op een hoofdvak, maar op een onderwerp. Ik ging op zoek naar bouwstenen voor een filosofische benadering van het begrip “ verslaving” . Het was de eerste keer dat ik er heel goed in slaagde om iets wat ik zelf wilde, te doen op de manier waarop ik zelf wilde..” En zo gingen zijn werk en zijn studie hand in hand. Hij volgde naast filosofische hoofdvakken, vakken zoals psychiatrie, klinische psychologie en algemene neurowetenschappen
Afslag naar het bedrijfsleven
Eind jaren 90 werd het nonnenproject geïncorporeerd in de aanpak van de gemeente. Dat betekende voor Robert het einde van zijn rol. Een logisch moment om stil te staan bij de vraag ‘Hoe nu verder?’. Na zijn ervaring met politiek, gemeentes en instellingen wilde hij echt iets anders. “Het was de tijd van het ‘Millenium- gebeuren’ en met mijn beta-achtergrond kon ik eenvoudig overstappen naar de IT in het bedrijfsleven. Ik volgde een klasje bij het arbeidsbureau en vond een baan in de automatisering van de sociale zekerheid.”
Zoals gebruikelijk vraagt Marco ook nu naar zijn ‘main message’. Het antwoord is niet in twee zinnen te vatten. Via kennis van de werking van het brein en artificiële intelligentie komen we bij de filosofie en gamification. Een opbouwend verhaal om de waarde te zien van ‘ervaring’ als het gaat om verandering van gedrag wilt.
Over inhibitie en synapsen
Robert begint: “De kennis over de werking van ons zenuwstelsel, kunnen we toepassen op andere netwerken. Of het nu gaat om sociale of technische netwerken.” In de werking van onze hersenen vallen twee dingen op. Een beetje taaie kost, maar Robert legt uit: ”
- Inhibitie op inhibitie
Ons brein start als een netwerk in ruste. Zodra we het gaan gebruiken (vanaf het moment dat we geboren worden) vormt zich een patroon (paadjes in ons brein). Dat is efficient, want dat patroon helpt ons om niet steeds een nieuw paadje te hoeven maken. Een inhibitie is een belemmering in die paadjes. Als je niet meer verder kan. Dan moet er een nieuwe inhibitie komen om die belemmering op te heffen. Dat is niet eenvoudig, want de gebaande paadjes hebben altijd de voorkeur, maar het is niet onmogelijk.
- Synapsen
Een synaps is waar de overdracht van een prikkel in de hersenen plaatsvindt. Het laatste schakeltje. Een belangrijk kenmerk van een synaps is dat het een geheugenfunctie heeft. Een prikkel heeft een drempelwaarde. Daardoor is een prikkel in principe 0 of 1 net als in onze digitale wereld. De synaps voegt daaraan een geheugenelement toe. Op die manier kan het moment van overdracht ook tussenwaarden aannemen. Hoe vaker een prikkel plaatsvindt, hoe minder gevoelig de synaps voor die prikkel wordt. Een bekend voorbeeld: Hoe vaker je morfine gebruikt, hoe meer morfine je nodig hebt voor hetzelfde resultaat, omdat de synaps minder gevoelig is geworden voor deze prikkel.
Deze inzichten kunnen we ook gebruiken in relatie tot ons werk, om slimmer & beter te werken. Zoals gezegd is het patroon dat we in onze hersenen vormen heel efficiënt, maar het is ook belemmerend; het bevordert de ‘gewoonte’ en is beperkend voor vernieuwing. De synapsen in ons brein zijn veel slimmer dan onze oorzaak-gevolg manier van denken. Het is niet zo dat A leidt tot B en dan C etc. Onze hersenen werken volgens een ander principe, met oneindig veel mogelijkheden. In plaats van alleen te kijken naar ‘voor & na’, moeten we veel meer gebruik maken van informatie over ‘tussenstanden”. Tegenwoordig is er zo’n enorme hoeveelheid aan data. Als we ons hier bewust van worden, dan kunnen we er ook iets mee doen.”
Anders naar dingen kijken
“In mijn werk binnen de IT stoorde ik me aan de manier waarop we met grote IT-projecten omgingen. We implementeerden nieuwe systemen. En elke paar jaar was er wel weer een nieuw systeem waar we een project voor startten, nog voordat het vorige project met succes en volledig is afgerond. Via keurige processen, volgens ITIL en de geldende standaarden, aan de hand van best practices, deden we steeds hetzelfde en met dezelfde mensen, hetzelfde resultaat. En toch leek het niet te lukken. Met de grote vraag Waar zit dat dan in?”
“Ik heb toen gekeken naar hoe we werken in het licht van Plato en Aristoteles; rationalisme versus empirisme. Onze manier van denken binnen de IT is Platonisch. Door anders naar dingen te kijken, ga je het anders zien en kunnen er ook andere resultaten komen. Dat heb ik in mijn werkomgeving gedeeld. Het gaf inzicht maar het leidde niet tot een revolutie,” vertelt hij een beetje teleurgesteld.
Plato versus Aristoteles; Rationalisme versus Empirisme; Stability versus Agility.
Plato is een van de grote denkers in de filosofie. In zijn ideeënleer is kennis van de werkelijkheid een weerspiegeling van een perfecte wereld. Dat is ook waar ons streven op gericht moet zijn. Die perfecte wereld komt voor uit de ‘rede’, de ratio. In het rationalisme is de ratio de belangrijkste of enige bron van kennis. Trekken we dat door naar vandaag, dan zien we dat we hier onze stabiliteit aan ontlenen. Vanuit de ratio hebben we controle, voorspelbaarheid en daarmee stabiliteit.
Aristoteles ziet dingen anders. Kennis is niet iets waarmee je geboren wordt, zoals bij Plato maar komt voort uit waarneming en ervaring. Hij heeft het over de zogenaamde ‘tabula rasa’, het onbeschreven blad. Wat de werkelijkheid is, dat staat niet vast. Door te experimenteren gaan we die werkelijkheid ontdekken. Dit is een van de essenties binnen de huidige Agility-gedachte; leren door snelle interacties en desnoods veel kleine fouten te maken.
“Toen maakte ik kennis met Agile werken en de ideeën die in het manifest zijn opgetekend, waarin een duidelijke link ligt naar het empirisme. ‘Dat is precies wat ik bedoel!’, dacht ik. En het is eerste keer dat er vanuit het bedrijfsleven een beweging komt om afscheid te nemen van het Platonisme.
Door een agile manier van werken, gaat de slagingskans van IT projecten omhoog. Maar tegelijkertijd is binnen ons besturingsmodel de behoefte aan planning en control overweldigend. Om dat te doorbreken en volop de voordelen van deze werkwijze te benutten, gaat het niet zozeer om agile werken, maar om empirisch denken.”
Net zoals we wetenschappers meenemen in de wetenschapsfilosofie, moeten we scrumteams meenemen in deze manier van denken. In de empirische filosofie.
Twee zijden van de medaille
“Het is niet een kwestie van of-of”, volgens Robert. “Het zijn twee zijden van dezelfde medaille. Ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.” En dan komt het ware gezicht van Robert naar voren. “Laten we het praktisch houden”, zegt hij. “Ons concentreren op de beperkingen die de ene manier van denken heeft, ten opzichte van de andere. We zijn op zoek naar voorspelbaarheid, terwijl niks voorspelbaar is. Het is de kunst om een verband te leggen tussen deze twee werelden. We moeten voorkomen dat we kolen en geiten gaan sparen.”
Robert verwijst naar een rapport van de wetenschappelijke raad voor het regeringsbeleid ‘Hoe mensen keuzes maken’. De overheid doet allerlei pogingen om gedrag te beïnvloeden. Maar hoe effectief zijn die pogingen? Laten mensen zich leiden door hun bewustzijn? Het antwoord is duidelijk. “Nee!”. Hoe werkt dan de menselijke geest in oordeelsvorming. Welke keuzes maken we en hoe komen we tot die keuzes?”
Je laten verleiden tot ander gedrag
“Het gaat niet om de tegenstelling tussen rationalisme en empirisme, maar over hoe ons verstand, onze geest werkt.” En dan zie je dat er een andere manier is om gedrag te beïnvloeden. Een spelvorm, om niet vanuit rationaliteit bewustzijn te vergroten, maar vanuit ervaring. In zijn zoektocht naar een oplossing voor het probleem van steeds dezelfde fouten maken; in zijn drang om iets te doen, wat echt invloed heeft op gedrag, komt Robert uit op Gamification. Met een spel bied je een ervaring; het leidt tot een groter bewustzijn en dat leidt weer tot ander gedrag. Je verleidt mensen als het ware, om iets anders te gaan doen. Je helpt mensen met de inhibitie op inhibitie om een nieuw paadje te maken. En je maakt slim gebruik van het lerend vermogen van de synapsen binnen je netwerk.
Om dit idee uit te werken en toepasbaar te maken kijkt hij naar voorbeelden. Hij noemt het prisoners dilemma, de staghunt en het public goods game. Hij ontwikkelde zelf een aanpak en deed een geslaagd experiment binnen de service desk. Want ‘het is belangrijk om het er over te hebben, maar het is nog belangrijker om het te doen’, aldus Robert.
De kracht van de wil
We spreken Robert op een beladen moment. Een paar dagen later gaat hij onder het mes. Na hersteld te zijn – en genezen verklaard – van slokdarmkanker is er nu een nieuwe grote tumor bij zijn bijnier. Een nieuwe periode van onzekerheid. Maar hij is opgelucht en blij met de daadkracht van zijn nieuwe arts. Vrijdag gaat de tumor er uit, en dan is het wachten op het resultaat van het onderzoek van het weefsel. Of het gerelateerd is aan de kanker waar hij dacht van af te zijn, of dat het op zichzelf staat.
“Het kan niet anders, dan dat deze ervaring ervoor zorgt dat ik anders in het leven sta.” Ook hierin klinkt zijn empirisch denken door. “Er zijn geen garanties in het leven. Ik heb me verzoend met het idee dat het leven betrekkelijk is. In deze situatie ben je er zo mee bezig; je verzuipt er in. Er is geen ruimte om te reflecteren. Alles is gericht op overleven en herstellen. Maar ik hoop echt, dat ik er doorheen komt. En als het lukt, dan is dat een bevestiging dat ik iets kan, wat ik nooit gedacht had.” Als Marco vraagt waar hij kracht uit put, dan is hij stellig. “Ik geloof in de kracht van de wil”.
Robert is – anders dan de meeste verkenners die we spraken – nogal bescheiden. Het idee voor dit gesprek ontstond door zijn bevlogen reactie op het vorige verkenner verhaal met Nico Baken. Hij maakte gebruik van de uitnodiging om een ander gesprek met elkaar te hebben. En zo komt hij bij ons op het vizier. Als iemand die een vuur wil aanwakkeren over een andere manier van denken, vanuit zijn persoonlijke overtuiging. Maar net als veel andere verkenners ziet hij weinig waarde in alleen mooie woorden. Het gaat hem om het ‘doen’. Om de praktische mogelijkheden die een andere manier van denken in ons leven en werken van vandaag te benutten.
Vandaag gaat dit verhaal naar Robert. En ik hoop – en weet stiekem – dat hij geniet van deze gelegenheid om anderen te inspireren en aan te zetten om anders te denken, anders te doen en ruimte te geven voor experimenten. Om met spelvormen te komen tot ander gedrag. En ik kan niet wachten om samen met hem stappen te gaan zetten in gedragsverandering vanuit Gamification.