Kunst als maatschappelijk instrument

Kunst als maatschappelijk instrument

Verkenner gesprek met Edwin Stolk

IMG_3109Spontaan komt Edwin Stolk op ons pad. Via een twitterberichtje. En dat leidt tot een mooi gesprek in Zoku in Amsterdam, waar we op een vrijdagmiddag elkaar ontmoeten. Marco van Gelder, Edwin en ik.

Het is alweer een paar weken geleden. In de tussentijd ben ik op vakantie geweest en heeft het uitwerken van het gesprek op zich laten wachten. Nu is het zondagochtend. Ik zit met een kop koffie in de tuin en kijk er naar uit om het verhaal van Edwin te delen.

Edwin Stolk is kunstenaar. Ik hou van kunst. Niet om het mooie, esthetische. Ik herinner me een gesprek van een paar jaar geleden met Bogomir Doringer – ook kunstenaar – die zich ergerde aan zijn medestudenten op de academie, die alleen maar met ‘mooiheid’ bezig waren. Hij wilde juist met zijn kunst iets in beweging brengen. Zoals een dialoog over de waarde van privacy met de expositie Faceless. En zo is dat ook met Edwin. Hij wil met zijn kunst mensen een nieuw beeld geven op de werkelijkheid. Dingen anders zien, zodat we ook iets anders gaan doen.

Sinds onze ontmoeting heb ik Edwin gevolgd op social media en zo kijk ik mee met de wording van zijn nieuwste project #EntreNous, een hedendaagse proefkolonie. Maar first things first. Wie is die man?

Van koeltransport naar kunst
“Ik ben opgevoed met het idee dat ik mijn eigen broek moet ophouden. En kunst pastte niet in dat plaatje. Al vroeg ben ik met school gestopt, want ik hou niet van structuren”, vertelt hij.  Op zijn 18e ging hij in dienst en haalde daar ook zijn groot rijbewijs. Na zijn diensttijd ging hij aan de slag als vrachtwagenchauffeur. Internationale ritten, koeltransport, altijd haast…

De vraag ‘Wat is mijn functie?’ en het antwoord ‘Een machine in leven houden’, zorgde zeven jaar later voor verandering. Hij besloot naar de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunst in Den Haag te gaan en deed daarna een master bij het Sandberg Instituut in Amsterdam.  “Het eerste jaar van de master was teleurstellend.” Veel eenlingen om hem heen. Terwijl hij zich niet kan voorstellen dat je dingen alleen doet. “Ik geloof niet dat een autonome kunstenaar bestaat. Je bent afhankelijk van alles. Er is altijd samenhang.” En zo realiseerde hij dat hij zelf verandering moest brengen. Samenwerken, omdat je samen meer kunt doen.

Dat is ook kenmerkend in zijn aanpak. Hij refereert aan de tijd op de academie. “Ik hing mijn vragen aan de muur, maar iedereen liep er aan voorbij”, vertelt hij. Om mensen te raken, moet je ze betrekken. Hij gelooft in participatie. Mèt zijn publiek schilderen.

Kunst als katalysator
“Kunst is maatschappelijk gereedschap”, aldus Edwin. Het is een instrument waarmee je iets kunt vertellen. Hij gaat op zoek naar iets wat echt is, wat je kunt voelen. Om zo nieuwe mogelijkheden te laten zien. En zo komen we op de Beeldende Oppositie. Kunst gebruiken om bij te dragen aan de wereld. Een beeldtaal schetsen, die een andere kijk geeft op de werkelijkheid, door een nieuwe werkelijkheid tastbaar te maken. Als publiek zit je er in en dus doet het iets met je. Hij geeft verschillende voorbeelden, zoals een natuurproject in Heemskerk, waarbij hij autoverkoop integreerde in de natuur, met als gevolg een flinke maatschappelijke discussie. Of het Trojan project in Nijmegen, waarbij hij de relatie tussen publiek en openbare ruimte onderzocht. En Denial-of-Service, gericht op de vraag wie het aanbod in de supermarkt bepaalt. En #theorganisation, gericht op het herstellen van de balans tussen menselijke en financieel kapitaal, in een wereld waarin economisch gewin centraal staat in alles. Maar als we nu eens kijken naar wat er niet functioneert in deze economie. Vanuit zijn werk wil Edwin daar een alternatief beeld van schetsen, om zo de balans te herstellen. Interventies in de status quo vanuit kunst.

IMG_3126Participatie maatschappij; een sociaal experiment
De grote vraag die hem bezighoudt, is “Hoe maken we met elkaar de wereld?” Daarbij gaat hij ervan uit dat er een maakbaarheid is. “Alleen moeten we die mogelijkheid wel ‘pakken’, voordat het al bedacht en geladen is. In 2013 bij de kroning van onze nieuwe koning is al gesproken over de ‘participatie’ maatschappij.  Veel verder dan nadenken over zorg zijn we niet gekomen. Er is nog heel veel onduidelijkheid. Wat is de rol van de burger, hoe gaan bedrijven daarin acteren, welke verantwoordelijkheid heeft de overheid? Vragen van nu, waar hij met zijn werk antwoorden op zoekt.

“De uitkomst staat niet vast.” Terwijl we in een wereld leven waarin niks meer mag mislukken, draait zijn werk om trial en error. Alles wat hij daarin probeert, draagt bij aan de beeldvorming over wat het zou moeten zijn. En dus heeft het een functie.

“Pessimisme heeft geen zin”, zegt hij. Edwin is juist positief, ziet kansen. “Dit project kan niet (refererend aan #EntreNous) en toch doen we het.” Een mooie instelling. Zo breng je dingen op gang. Door in het onmogelijke te geloven. En voilà, dan is het er gewoon.

Vanuit een verzorgingsstraat bewegen we schijnbaar naar een participatiemaatschappij,  omdat de verzorgingsstraat niet betaalbaar is. Maar is dat wel zo? En als we het dan hebben over die participatiemaatschappij. Wat mag er wel en wat mag er niet? Er moet een dialoog op gang gebracht worden door de partijen die het samen moeten doen. Burger, overheid en bedrijfsleven.


#EntreNous
Een hedendaagse proefkolonie in Drenthe. Op een terrein – in Frederiksoord – waar in 1818 de Maatschappij van Weldadigheid werd opgericht door Generaal Johannes graaf van den Bosch. Een sociaal experiment, wat Edwin nu – met de vraagstukken van vandaag – nieuw leven in blaast. Een tijdelijk basiskamp wat ruimte biedt aan 20 bewoners en een publieksprogramma, in de opstelling zoals die ook door Defensie in Irak is gebruikt. Met als basis een driehoek die verwijst naar de relatie tussen burger, overheid en bedrijfsleven. Centrale vraag in dit experiment is “Wanneer het publieke steeds meer privaat wordt, hoe geef je dan vorm aan een inclusieve samenleving?”

Op dit moment wordt het kamp gebouwd i.s.m. Stichting KiK en vele andere partners. In september is het voor iedereen te bezoeken. Gedurende 5 weekenden en 4 weken wordt hier dan ingezoomd op de 5 wezenlijke thema’s in een samenleving: Democratie, Arbeid, Omgeving/Natuur, Onderwijs en Zorg. Edwin brengt mensen in deze fictieve ‘samenleving’ bij elkaar. Bewerkstelligt een ontmoeting die er anders niet was geweest. Hij noemt het zelf één groot gedachtenexperiment. 




In het gesprek constateren we dat Edwin bezig is om de realiteit te ‘hacken’. Met zijn interventies laat hij zien hoe het anders kan. Gaten prikken in dat wat we als waarheid voor lief nemen. En dus een ‘hack’.

Werken vanuit de kern
Zoals in elk gesprek willen we de ‘main message’ weten. Maar we hoeven er niet naar te vragen. Het is overduidelijk. We moeten het SAMEN doen. Dat is het idee in alles wat Edwin doet en is ook inherent aan hoe hij het doet. Hij voegt toe “ik hou van complexe dingen” en hij pakt die complexiteit aan met hele concrete kleine interventies. Het is voor hem een voortdurende zoektocht naar hoe we ons verhouden tot de wereld. En hoewel hij in het begin vertelde niet te houden van structuren, is dat precies waar hij zich op richt. Het veranderen van de heersende structuren en systemen en met zijn kunst een manier te vinden om die aan te pakken.

Ik geloof in kunst. En de waarde die kunst heeft om mensen anders te laten kijken en daarmee ook andere, nieuwe oplossingen te vinden voor problemen waar we ons blind op staren met onze georganiseerde manier van denken. We moeten kunst niet in een hoekje stoppen, maar  – zoals Edwin dat doet – integreren in onze aanpak. Onderdeel maken van innovatie en een rol laten spelen in het vinden van antwoorden in de driehoek mens, overheid en organisatie. De Verkenners zijn mensen die het grote geheel aandurven. Die het systeem niet accepteren, maar er in prikken om – beetje bij beetje – beweging te faciliteren. Geen gemakkelijke weg, maar een weg die bewandeld wordt vanuit overtuiging en urgentie.

Morgen staat Edwin weer in Drenthe, met de mannen en vrouwen van Defensie, om verder te bouwen aan #EntreNous. Ook hier gaan denken en doen weer hand in hand.

Één zin blijft me bij. Niet uit het gesprek, maar uit de video introductie van #theorganisation. “Something this perfect can not be built, it has to be born.” Denk daar maar eens over na.

SaveSave