by empoweringpeople | Jun 20, 2017 | De Verkenners
Verkenner gesprek met Edwin Stolk
Spontaan komt Edwin Stolk op ons pad. Via een twitterberichtje. En dat leidt tot een mooi gesprek in Zoku in Amsterdam, waar we op een vrijdagmiddag elkaar ontmoeten. Marco van Gelder, Edwin en ik.
Het is alweer een paar weken geleden. In de tussentijd ben ik op vakantie geweest en heeft het uitwerken van het gesprek op zich laten wachten. Nu is het zondagochtend. Ik zit met een kop koffie in de tuin en kijk er naar uit om het verhaal van Edwin te delen.
Edwin Stolk is kunstenaar. Ik hou van kunst. Niet om het mooie, esthetische. Ik herinner me een gesprek van een paar jaar geleden met Bogomir Doringer – ook kunstenaar – die zich ergerde aan zijn medestudenten op de academie, die alleen maar met ‘mooiheid’ bezig waren. Hij wilde juist met zijn kunst iets in beweging brengen. Zoals een dialoog over de waarde van privacy met de expositie Faceless. En zo is dat ook met Edwin. Hij wil met zijn kunst mensen een nieuw beeld geven op de werkelijkheid. Dingen anders zien, zodat we ook iets anders gaan doen.
Sinds onze ontmoeting heb ik Edwin gevolgd op social media en zo kijk ik mee met de wording van zijn nieuwste project #EntreNous, een hedendaagse proefkolonie. Maar first things first. Wie is die man?
Van koeltransport naar kunst
“Ik ben opgevoed met het idee dat ik mijn eigen broek moet ophouden. En kunst pastte niet in dat plaatje. Al vroeg ben ik met school gestopt, want ik hou niet van structuren”, vertelt hij. Op zijn 18e ging hij in dienst en haalde daar ook zijn groot rijbewijs. Na zijn diensttijd ging hij aan de slag als vrachtwagenchauffeur. Internationale ritten, koeltransport, altijd haast…
De vraag ‘Wat is mijn functie?’ en het antwoord ‘Een machine in leven houden’, zorgde zeven jaar later voor verandering. Hij besloot naar de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunst in Den Haag te gaan en deed daarna een master bij het Sandberg Instituut in Amsterdam. “Het eerste jaar van de master was teleurstellend.” Veel eenlingen om hem heen. Terwijl hij zich niet kan voorstellen dat je dingen alleen doet. “Ik geloof niet dat een autonome kunstenaar bestaat. Je bent afhankelijk van alles. Er is altijd samenhang.” En zo realiseerde hij dat hij zelf verandering moest brengen. Samenwerken, omdat je samen meer kunt doen.
Dat is ook kenmerkend in zijn aanpak. Hij refereert aan de tijd op de academie. “Ik hing mijn vragen aan de muur, maar iedereen liep er aan voorbij”, vertelt hij. Om mensen te raken, moet je ze betrekken. Hij gelooft in participatie. Mèt zijn publiek schilderen.
Kunst als katalysator
“Kunst is maatschappelijk gereedschap”, aldus Edwin. Het is een instrument waarmee je iets kunt vertellen. Hij gaat op zoek naar iets wat echt is, wat je kunt voelen. Om zo nieuwe mogelijkheden te laten zien. En zo komen we op de Beeldende Oppositie. Kunst gebruiken om bij te dragen aan de wereld. Een beeldtaal schetsen, die een andere kijk geeft op de werkelijkheid, door een nieuwe werkelijkheid tastbaar te maken. Als publiek zit je er in en dus doet het iets met je. Hij geeft verschillende voorbeelden, zoals een natuurproject in Heemskerk, waarbij hij autoverkoop integreerde in de natuur, met als gevolg een flinke maatschappelijke discussie. Of het Trojan project in Nijmegen, waarbij hij de relatie tussen publiek en openbare ruimte onderzocht. En Denial-of-Service, gericht op de vraag wie het aanbod in de supermarkt bepaalt. En #theorganisation, gericht op het herstellen van de balans tussen menselijke en financieel kapitaal, in een wereld waarin economisch gewin centraal staat in alles. Maar als we nu eens kijken naar wat er niet functioneert in deze economie. Vanuit zijn werk wil Edwin daar een alternatief beeld van schetsen, om zo de balans te herstellen. Interventies in de status quo vanuit kunst.
Participatie maatschappij; een sociaal experiment
De grote vraag die hem bezighoudt, is “Hoe maken we met elkaar de wereld?” Daarbij gaat hij ervan uit dat er een maakbaarheid is. “Alleen moeten we die mogelijkheid wel ‘pakken’, voordat het al bedacht en geladen is. In 2013 bij de kroning van onze nieuwe koning is al gesproken over de ‘participatie’ maatschappij. Veel verder dan nadenken over zorg zijn we niet gekomen. Er is nog heel veel onduidelijkheid. Wat is de rol van de burger, hoe gaan bedrijven daarin acteren, welke verantwoordelijkheid heeft de overheid? Vragen van nu, waar hij met zijn werk antwoorden op zoekt.
“De uitkomst staat niet vast.” Terwijl we in een wereld leven waarin niks meer mag mislukken, draait zijn werk om trial en error. Alles wat hij daarin probeert, draagt bij aan de beeldvorming over wat het zou moeten zijn. En dus heeft het een functie.
“Pessimisme heeft geen zin”, zegt hij. Edwin is juist positief, ziet kansen. “Dit project kan niet (refererend aan #EntreNous) en toch doen we het.” Een mooie instelling. Zo breng je dingen op gang. Door in het onmogelijke te geloven. En voilà, dan is het er gewoon.
Vanuit een verzorgingsstraat bewegen we schijnbaar naar een participatiemaatschappij, omdat de verzorgingsstraat niet betaalbaar is. Maar is dat wel zo? En als we het dan hebben over die participatiemaatschappij. Wat mag er wel en wat mag er niet? Er moet een dialoog op gang gebracht worden door de partijen die het samen moeten doen. Burger, overheid en bedrijfsleven.
#EntreNous
Een hedendaagse proefkolonie in Drenthe. Op een terrein – in Frederiksoord – waar in 1818 de Maatschappij van Weldadigheid werd opgericht door Generaal Johannes graaf van den Bosch. Een sociaal experiment, wat Edwin nu – met de vraagstukken van vandaag – nieuw leven in blaast. Een tijdelijk basiskamp wat ruimte biedt aan 20 bewoners en een publieksprogramma, in de opstelling zoals die ook door Defensie in Irak is gebruikt. Met als basis een driehoek die verwijst naar de relatie tussen burger, overheid en bedrijfsleven. Centrale vraag in dit experiment is “Wanneer het publieke steeds meer privaat wordt, hoe geef je dan vorm aan een inclusieve samenleving?”
Op dit moment wordt het kamp gebouwd i.s.m. Stichting KiK en vele andere partners. In september is het voor iedereen te bezoeken. Gedurende 5 weekenden en 4 weken wordt hier dan ingezoomd op de 5 wezenlijke thema’s in een samenleving: Democratie, Arbeid, Omgeving/Natuur, Onderwijs en Zorg. Edwin brengt mensen in deze fictieve ‘samenleving’ bij elkaar. Bewerkstelligt een ontmoeting die er anders niet was geweest. Hij noemt het zelf één groot gedachtenexperiment.
In het gesprek constateren we dat Edwin bezig is om de realiteit te ‘hacken’. Met zijn interventies laat hij zien hoe het anders kan. Gaten prikken in dat wat we als waarheid voor lief nemen. En dus een ‘hack’.
Werken vanuit de kern
Zoals in elk gesprek willen we de ‘main message’ weten. Maar we hoeven er niet naar te vragen. Het is overduidelijk. We moeten het SAMEN doen. Dat is het idee in alles wat Edwin doet en is ook inherent aan hoe hij het doet. Hij voegt toe “ik hou van complexe dingen” en hij pakt die complexiteit aan met hele concrete kleine interventies. Het is voor hem een voortdurende zoektocht naar hoe we ons verhouden tot de wereld. En hoewel hij in het begin vertelde niet te houden van structuren, is dat precies waar hij zich op richt. Het veranderen van de heersende structuren en systemen en met zijn kunst een manier te vinden om die aan te pakken.
Ik geloof in kunst. En de waarde die kunst heeft om mensen anders te laten kijken en daarmee ook andere, nieuwe oplossingen te vinden voor problemen waar we ons blind op staren met onze georganiseerde manier van denken. We moeten kunst niet in een hoekje stoppen, maar – zoals Edwin dat doet – integreren in onze aanpak. Onderdeel maken van innovatie en een rol laten spelen in het vinden van antwoorden in de driehoek mens, overheid en organisatie. De Verkenners zijn mensen die het grote geheel aandurven. Die het systeem niet accepteren, maar er in prikken om – beetje bij beetje – beweging te faciliteren. Geen gemakkelijke weg, maar een weg die bewandeld wordt vanuit overtuiging en urgentie.
Morgen staat Edwin weer in Drenthe, met de mannen en vrouwen van Defensie, om verder te bouwen aan #EntreNous. Ook hier gaan denken en doen weer hand in hand.
Één zin blijft me bij. Niet uit het gesprek, maar uit de video introductie van #theorganisation. “Something this perfect can not be built, it has to be born.” Denk daar maar eens over na.
SaveSave
by empoweringpeople | Apr 4, 2017 | De Verkenners, transformation
Verkenner gesprek met Robert van Ieperen
Het is een donderdagavond. Vanavond praat ik met Robert van Ieperen. Op de Hoge Hotelschool in Maastricht waren we klasgenoten. Na Maastricht ging Robert Bouwkunde studeren. Niet echt een voor-de-hand-liggende route voor een hotello. Dat kenmerkt Robert ook. Voor-de-hand-liggend heeft nooit zijn voorkeur.
De avond ontvouwt zich spontaan tot een Verkenner gesprek. Normaal gesproken doe ik deze gesprekken samen met Marco van Gelder, maar niet alles is altijd te plannen, zo blijkt. Dit is een onverwacht kadootje in de reeks. We zitten in Restaurant C in Amsterdam. Tijdens het praten laten we ons verrassen door de bijzondere gerechtjes. Geen keurig voor-, hoofd- en nagerecht, maar gerechtjes samengesteld op basis van bereidingstemperatuur. Vandaar C(elsius). Een aangenaam concept en een mooie omlijsting voor ons gesprek.
“Ik vertegenwoordig de sector ‘Dak boven je hoofd’”, vertelt Robert, partner bij vastgoedadviesbureau Fakton. Zijn main message? “In geouwehoer kun je niet wonen”, waarbij hij dankbaar gebruik maakt van de quote van politicus, wethouder en stadsvernieuwer Jan Schaefer. In het gesprek wordt duidelijk hoe belangrijk het voor Robert is dat er dingen gebeuren. Niet alleen praten, maar ook doen. Concrete daden en zichtbaar resultaat.
Morele crisis
“In onze maatschappij zijn er wel wat problemen. Met ander gedrag zijn die sneller op te lossen. Door enerzijds te handelen vanuit gastvrijheid en anderzijds de verplichting te voelen om met elkaar dingen tot stand te brengen die niet vanzelfsprekend zijn.” Wat het eerste betreft legt hij uit dat we door het idee ‘massa=kassa’ ver weggedreven zijn van de oprechte gastvrijheidsgedachte. “Gastvrijheid is niet meer normaal; we verwachten het niet meer van elkaar.” Voor Robert heeft het ook veel te maken met fatsoen. Hoe behandel je mensen? Wat betreft het tweede hebben we volgens Robert gedrag afgeleerd, wat onze effectiviteit nu vermindert. “We bakken zoete broodjes en doen alsof.” Niet bepaald Roberts ding.
“De crisis waar we in zitten is vooral moreel, zeker niet financieel. Ik wil af van een elite die zich beklaagt; die zich in een minderheidspositie vindt zitten. We hebben de democratie in onze westerse samenleving laten verworden tot iets zeer ondemocratisch, waarbij de persoon – het ego – boven de drijfveer staat. Met elkaar moeten we onze maatschappelijke waarden herontdekken. Wat Nederland nodig heeft, is dat we een onafhankelijke positie creëren voor mensen die vrij kunnen denken en doen. En dat vervolgens door-vertalen naar processen en methodieken. Ik zie dat jonge en oudere mensen rebels durven zijn. Maar alles daartussenin draait om consensus en behoud. Dat brengt ons nergens.”
Soulmates
Vragen die hem dagelijks bezighouden zijn: “Wat zie ik op het wereldtoneel? Wat betekent dit voor mij? Hoe probeer ik mijn doelen te bereiken?” Vandaaruit pakt hij zijn rol. “Zaadjes planten, groot maken en delen.” Daar heeft hij anderen wel voor nodig. “Partnership binnen en buiten Fakton. Architecten, stedenbouwers, bestuurders, business leaders; soulmates om samen een beeld te schetsen. Een sprong te maken naar de toekomst en dat te vertalen naar vandaag. “Ik verzamel graag mensen om me heen die slimmer zijn dan ik. Denkers. Maar die missen vaak het lef om er iets mee te doen.” En daar ligt een schone taak voor Robert zelf. Dat wil niet zeggen dat het allemaal vanzelf gaat, want hij voegt een filosofische zin toe, zie veelzeggend is. “In het lef koester ik soms de kunst van het niet direct begrepen worden.”
Dat doen ligt bij Robert overigens wel in goede handen. Want denken levert niks op zonder doen. In de praktijk blijkt het politieke domein een vruchtbare voedingsbodem voor zijn ideeën. Als er weerstand is, dan helpt het om vanuit de politieke agenda medestanders te vinden. Zijn strategie is niet gericht op het direct wegnemen van die weerstand, maar het juist uit te vergroten. En vervolgens op zoek gaan naar beelden om een verhaal te vertellen en mensen te verbinden. “Een beleving bieden, mensen raken!”
Panda strategie
“Ik houd, denk ik, van kleine dingen”, concludeert hij. “Elke massa begint met een kleine beweging. In het klein beginnen en dan mensen vinden die kunnen helpen om iets groter te maken. In de politiek, in het internationale domein.” Hij noemt zijn aanpak de Panda-strategie. Je richten op een niche, iets bijzonders, een betekenisvol detail en dat koesteren. Om vandaaruit groeien. Zo ook bij grote stedelijke ontwikkelingsprojecten in bijvoorbeeld Utrecht. Ook die beginnen vaak met een klein idee, bij een paar mensen. En vervolgens legt Robert contacten, krijgt hij mensen aan boord; de gemeente, marktpartijen, vervoersbedrijven, internationale relaties. Het resultaat? Een nieuw station in een vernieuwende omgeving. Nu staat het er en is het niet te missen voor honderdduizenden reizigers per dag.
Vooruitgang vanuit de community
Een ‘dak boven je hoofd’ – zou je denken – draait om gebouwen. Dingen. Maar het gaat juist om de functie die gebouwen kunnen vervullen in het leven en welzijn van mensen. En daarmee begeeft Robert zich vooral in het sociale domein. Geen ‘dingen-business’ maar ‘mensen-business’. In die mensenbusiness is één ding duidelijk. “Er is behoefte aan Community Building.” Mensen acteren niet als individu, maar vanuit een groep waar ze onderdeel van uitmaken. Waar ze zich mee verbonden voelen. Community building draait om het verbinden van mensen. Robert geeft een mooi voorbeeld van Innovatie in de Jeugdzorg (Garage2020). Vierhonderd mensen komen samen in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam om ermee aan de slag te gaan, waaronder architect Ben van Berkel. Omdat ze het belangrijk vinden. En dat gezamenlijk begrepen belang verbindt mensen en zorgt dat er vanuit die groep iets kan ontstaan. “Wat er precies moet gebeuren is niet duidelijk, maar er is wel een idee dat het groot kan worden. We weten het niet, maar we voelen het wel.”
“Een ander voorbeeld is hoe we werken aan een aangenaam woonklimaat voor ouderen. Je komt er niet met de insteek ‘slim geld verdienen aan oudere hoger opgeleiden’ maar door je echt te verdiepen in ‘wat willen ze nu?’ Eerst op zoek gaan naar een connectie. ‘A mental state of mind’; dat is het startpunt.“
Anderen meenemen
“Je kunt alleen dingen groot maken door anderen erin mee te nemen. Toch kan niet iedereen altijd mee. Een democratische gedachte is dat je door de meerderheid begrepen moet worden. Maar dat gevoel heb ik helemaal niet. Ik wil juist door een kleine groep begrepen worden. Daar iets op gang brengen en dan kunnen anderen aanhaken.” Hij verwijst naar het verhaal van de vijf broden en twee vissen.
Een beweging op gang brengen; Vijf broden, twee vissen.
Jezus was met heel veel mensen en iedereen had honger.. Er waren ook twaalf apostelen bij, maar iedereen keek naar Jezus voor een oplossing voor de honger. Totdat er een jongen kwam. Hij had 5 broden en 2 vissen. Bij lange na niet genoeg om alle monden te voeden. Maar hij wilde dit eten wel delen met iedereen. Toen Jezus het brood ging uitdelen gebeurde er iets wonderlijks. Het brood vermenigvuldigde zich. Er kwam geen eind aan. En zo is het ook met een beweging. Eerst moet jet het op gang brengen. Al lijkt het niets. Klein beginnen en het dan laten groeien. En met een beetje geluk, groeit het dan als vanzelf.
Met al zijn uitspraken kun je Robert misschien zien als een pedant mannetje. Ja, hij heeft nogal wat noten op zijn zang, maar het zijn geen loze praatjes. En misschien verrassend in de sector waar hij zich in begeeft, gaat het hem niet om persoonlijk gewin, maar om doen wat nodig is voor vooruitgang binnen het sociale domein. Hij heeft daar visie op, contacten en concrete ideeën. Resultaat komt niet aanwaaien. “Je moet onaardig durven zijn. Stellig. Er is mentale kracht nodig voor vooruitgang. Ik durf te kiezen voor kleine dingen. Ik durf dingen te verliezen om dingen te bereiken. Iets klein maken om betekenisvol te zijn op grote thema’s. En iedere dag leven alsof het de laatste is. Dan krijg je elke keer een dag erbij.”
Zo eindigt dit spontane verkenner gesprek. Ook hier bij Robert zie ik weer die stelligheid. Een vastberadenheid om iets te doen wat betekenisvol is. Hij laat zich niet belemmeren door de gevestigde patronen. Dealt met hindernissen, omdat hij weet dat dat erbij hoort. Is ongevoelig voor statussymbolen en kritiek. Met geheven hoofd, vol moed en positiviteit klein – humble – beginnen. En ervan genieten als er een volgende stap gezet is. Een mooie combinatie van denken en doen. Een echte firestarter!
SaveSave
SaveSave
by empoweringpeople | Mar 7, 2017 | De Verkenners, story
Verkenner gesprek met Robert Schenk: “We moeten niet alleen leren om agile te werken, maar ook om empirisch te denken”
Een jaar na het eerste Verkenner gesprek zitten Marco van Gelder en ik op dezelfde plek in Den Haag; aan dezelfde tafel met een nieuwe Verkenner. Robert Schenk is projectmanager en adviseur binnen Service van Business Operations. Er volgt een persoonlijk gesprek over filosofie, gamification en de kracht van de wil.
Het is een gure dag. En toch schijnt af en toe de zon door de gordijnen naar binnen. Zijn verhaal begint bij zijn opleiding. Hij startte met theologie. Als een jongen ‘uit de provincie’ kreeg hij het advies om de stad op te zoeken. En zo belandde hij in Amsterdam. “Dit was een manier om de keuze waar ik me echt op wilde richten, uit te stellen. Ik wilde van ‘al die dingen’ iets weten; dat zou ik iedereen ook gunnen”. Maar hij was een vreemde eend in de bijt. Hij wilde het geloof niet praktiseren, in tegenstelling tot zijn medestudenten. En dat leidde al snel tot een overstap naar wijsbegeerte; ook in Amsterdam.
In die tijd begon hij ook te werken bij het Mirjamhuis in Amsterdam. Een opvanghuis voor meestal verslaafde straatprostituees gerund door nonnen. Dat had impact op de keuzes die hij maakte met zijn studie. “Ik realiseerde me, dat als ik iets wilde met mijn studie, ik me dan niet moest toeleggen op een hoofdvak, maar op een onderwerp. Ik ging op zoek naar bouwstenen voor een filosofische benadering van het begrip “ verslaving” . Het was de eerste keer dat ik er heel goed in slaagde om iets wat ik zelf wilde, te doen op de manier waarop ik zelf wilde..” En zo gingen zijn werk en zijn studie hand in hand. Hij volgde naast filosofische hoofdvakken, vakken zoals psychiatrie, klinische psychologie en algemene neurowetenschappen
Afslag naar het bedrijfsleven
Eind jaren 90 werd het nonnenproject geïncorporeerd in de aanpak van de gemeente. Dat betekende voor Robert het einde van zijn rol. Een logisch moment om stil te staan bij de vraag ‘Hoe nu verder?’. Na zijn ervaring met politiek, gemeentes en instellingen wilde hij echt iets anders. “Het was de tijd van het ‘Millenium- gebeuren’ en met mijn beta-achtergrond kon ik eenvoudig overstappen naar de IT in het bedrijfsleven. Ik volgde een klasje bij het arbeidsbureau en vond een baan in de automatisering van de sociale zekerheid.”
Zoals gebruikelijk vraagt Marco ook nu naar zijn ‘main message’. Het antwoord is niet in twee zinnen te vatten. Via kennis van de werking van het brein en artificiële intelligentie komen we bij de filosofie en gamification. Een opbouwend verhaal om de waarde te zien van ‘ervaring’ als het gaat om verandering van gedrag wilt.
Over inhibitie en synapsen
Robert begint: “De kennis over de werking van ons zenuwstelsel, kunnen we toepassen op andere netwerken. Of het nu gaat om sociale of technische netwerken.” In de werking van onze hersenen vallen twee dingen op. Een beetje taaie kost, maar Robert legt uit: ”
Ons brein start als een netwerk in ruste. Zodra we het gaan gebruiken (vanaf het moment dat we geboren worden) vormt zich een patroon (paadjes in ons brein). Dat is efficient, want dat patroon helpt ons om niet steeds een nieuw paadje te hoeven maken. Een inhibitie is een belemmering in die paadjes. Als je niet meer verder kan. Dan moet er een nieuwe inhibitie komen om die belemmering op te heffen. Dat is niet eenvoudig, want de gebaande paadjes hebben altijd de voorkeur, maar het is niet onmogelijk.
Een synaps is waar de overdracht van een prikkel in de hersenen plaatsvindt. Het laatste schakeltje. Een belangrijk kenmerk van een synaps is dat het een geheugenfunctie heeft. Een prikkel heeft een drempelwaarde. Daardoor is een prikkel in principe 0 of 1 net als in onze digitale wereld. De synaps voegt daaraan een geheugenelement toe. Op die manier kan het moment van overdracht ook tussenwaarden aannemen. Hoe vaker een prikkel plaatsvindt, hoe minder gevoelig de synaps voor die prikkel wordt. Een bekend voorbeeld: Hoe vaker je morfine gebruikt, hoe meer morfine je nodig hebt voor hetzelfde resultaat, omdat de synaps minder gevoelig is geworden voor deze prikkel.
Deze inzichten kunnen we ook gebruiken in relatie tot ons werk, om slimmer & beter te werken. Zoals gezegd is het patroon dat we in onze hersenen vormen heel efficiënt, maar het is ook belemmerend; het bevordert de ‘gewoonte’ en is beperkend voor vernieuwing. De synapsen in ons brein zijn veel slimmer dan onze oorzaak-gevolg manier van denken. Het is niet zo dat A leidt tot B en dan C etc. Onze hersenen werken volgens een ander principe, met oneindig veel mogelijkheden. In plaats van alleen te kijken naar ‘voor & na’, moeten we veel meer gebruik maken van informatie over ‘tussenstanden”. Tegenwoordig is er zo’n enorme hoeveelheid aan data. Als we ons hier bewust van worden, dan kunnen we er ook iets mee doen.”
Anders naar dingen kijken
“In mijn werk binnen de IT stoorde ik me aan de manier waarop we met grote IT-projecten omgingen. We implementeerden nieuwe systemen. En elke paar jaar was er wel weer een nieuw systeem waar we een project voor startten, nog voordat het vorige project met succes en volledig is afgerond. Via keurige processen, volgens ITIL en de geldende standaarden, aan de hand van best practices, deden we steeds hetzelfde en met dezelfde mensen, hetzelfde resultaat. En toch leek het niet te lukken. Met de grote vraag Waar zit dat dan in?”
“Ik heb toen gekeken naar hoe we werken in het licht van Plato en Aristoteles; rationalisme versus empirisme. Onze manier van denken binnen de IT is Platonisch. Door anders naar dingen te kijken, ga je het anders zien en kunnen er ook andere resultaten komen. Dat heb ik in mijn werkomgeving gedeeld. Het gaf inzicht maar het leidde niet tot een revolutie,” vertelt hij een beetje teleurgesteld.
Plato versus Aristoteles; Rationalisme versus Empirisme; Stability versus Agility.
Plato is een van de grote denkers in de filosofie. In zijn ideeënleer is kennis van de werkelijkheid een weerspiegeling van een perfecte wereld. Dat is ook waar ons streven op gericht moet zijn. Die perfecte wereld komt voor uit de ‘rede’, de ratio. In het rationalisme is de ratio de belangrijkste of enige bron van kennis. Trekken we dat door naar vandaag, dan zien we dat we hier onze stabiliteit aan ontlenen. Vanuit de ratio hebben we controle, voorspelbaarheid en daarmee stabiliteit.
Aristoteles ziet dingen anders. Kennis is niet iets waarmee je geboren wordt, zoals bij Plato maar komt voort uit waarneming en ervaring. Hij heeft het over de zogenaamde ‘tabula rasa’, het onbeschreven blad. Wat de werkelijkheid is, dat staat niet vast. Door te experimenteren gaan we die werkelijkheid ontdekken. Dit is een van de essenties binnen de huidige Agility-gedachte; leren door snelle interacties en desnoods veel kleine fouten te maken.
“Toen maakte ik kennis met Agile werken en de ideeën die in het manifest zijn opgetekend, waarin een duidelijke link ligt naar het empirisme. ‘Dat is precies wat ik bedoel!’, dacht ik. En het is eerste keer dat er vanuit het bedrijfsleven een beweging komt om afscheid te nemen van het Platonisme.
Door een agile manier van werken, gaat de slagingskans van IT projecten omhoog. Maar tegelijkertijd is binnen ons besturingsmodel de behoefte aan planning en control overweldigend. Om dat te doorbreken en volop de voordelen van deze werkwijze te benutten, gaat het niet zozeer om agile werken, maar om empirisch denken.”
Net zoals we wetenschappers meenemen in de wetenschapsfilosofie, moeten we scrumteams meenemen in deze manier van denken. In de empirische filosofie.
Twee zijden van de medaille
“Het is niet een kwestie van of-of”, volgens Robert. “Het zijn twee zijden van dezelfde medaille. Ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.” En dan komt het ware gezicht van Robert naar voren. “Laten we het praktisch houden”, zegt hij. “Ons concentreren op de beperkingen die de ene manier van denken heeft, ten opzichte van de andere. We zijn op zoek naar voorspelbaarheid, terwijl niks voorspelbaar is. Het is de kunst om een verband te leggen tussen deze twee werelden. We moeten voorkomen dat we kolen en geiten gaan sparen.”
Robert verwijst naar een rapport van de wetenschappelijke raad voor het regeringsbeleid ‘Hoe mensen keuzes maken’. De overheid doet allerlei pogingen om gedrag te beïnvloeden. Maar hoe effectief zijn die pogingen? Laten mensen zich leiden door hun bewustzijn? Het antwoord is duidelijk. “Nee!”. Hoe werkt dan de menselijke geest in oordeelsvorming. Welke keuzes maken we en hoe komen we tot die keuzes?”
Je laten verleiden tot ander gedrag
“Het gaat niet om de tegenstelling tussen rationalisme en empirisme, maar over hoe ons verstand, onze geest werkt.” En dan zie je dat er een andere manier is om gedrag te beïnvloeden. Een spelvorm, om niet vanuit rationaliteit bewustzijn te vergroten, maar vanuit ervaring. In zijn zoektocht naar een oplossing voor het probleem van steeds dezelfde fouten maken; in zijn drang om iets te doen, wat echt invloed heeft op gedrag, komt Robert uit op Gamification. Met een spel bied je een ervaring; het leidt tot een groter bewustzijn en dat leidt weer tot ander gedrag. Je verleidt mensen als het ware, om iets anders te gaan doen. Je helpt mensen met de inhibitie op inhibitie om een nieuw paadje te maken. En je maakt slim gebruik van het lerend vermogen van de synapsen binnen je netwerk.
Om dit idee uit te werken en toepasbaar te maken kijkt hij naar voorbeelden. Hij noemt het prisoners dilemma, de staghunt en het public goods game. Hij ontwikkelde zelf een aanpak en deed een geslaagd experiment binnen de service desk. Want ‘het is belangrijk om het er over te hebben, maar het is nog belangrijker om het te doen’, aldus Robert.
De kracht van de wil
We spreken Robert op een beladen moment. Een paar dagen later gaat hij onder het mes. Na hersteld te zijn – en genezen verklaard – van slokdarmkanker is er nu een nieuwe grote tumor bij zijn bijnier. Een nieuwe periode van onzekerheid. Maar hij is opgelucht en blij met de daadkracht van zijn nieuwe arts. Vrijdag gaat de tumor er uit, en dan is het wachten op het resultaat van het onderzoek van het weefsel. Of het gerelateerd is aan de kanker waar hij dacht van af te zijn, of dat het op zichzelf staat.
“Het kan niet anders, dan dat deze ervaring ervoor zorgt dat ik anders in het leven sta.” Ook hierin klinkt zijn empirisch denken door. “Er zijn geen garanties in het leven. Ik heb me verzoend met het idee dat het leven betrekkelijk is. In deze situatie ben je er zo mee bezig; je verzuipt er in. Er is geen ruimte om te reflecteren. Alles is gericht op overleven en herstellen. Maar ik hoop echt, dat ik er doorheen komt. En als het lukt, dan is dat een bevestiging dat ik iets kan, wat ik nooit gedacht had.” Als Marco vraagt waar hij kracht uit put, dan is hij stellig. “Ik geloof in de kracht van de wil”.
Robert is – anders dan de meeste verkenners die we spraken – nogal bescheiden. Het idee voor dit gesprek ontstond door zijn bevlogen reactie op het vorige verkenner verhaal met Nico Baken. Hij maakte gebruik van de uitnodiging om een ander gesprek met elkaar te hebben. En zo komt hij bij ons op het vizier. Als iemand die een vuur wil aanwakkeren over een andere manier van denken, vanuit zijn persoonlijke overtuiging. Maar net als veel andere verkenners ziet hij weinig waarde in alleen mooie woorden. Het gaat hem om het ‘doen’. Om de praktische mogelijkheden die een andere manier van denken in ons leven en werken van vandaag te benutten.
Vandaag gaat dit verhaal naar Robert. En ik hoop – en weet stiekem – dat hij geniet van deze gelegenheid om anderen te inspireren en aan te zetten om anders te denken, anders te doen en ruimte te geven voor experimenten. Om met spelvormen te komen tot ander gedrag. En ik kan niet wachten om samen met hem stappen te gaan zetten in gedragsverandering vanuit Gamification.
SaveSave
by empoweringpeople | Jan 24, 2017 | De Verkenners, story, transformation
Verkenner gesprek met Nico Baken
Het is een woensdagmiddag. Vandaag ben ik met Marco van Gelder weer in Den Haag. We gaan in gesprek met Nico Baken. Hij is senior strateeg bij KPN en hoogleraar. Op het moment dat we hem spreken, zit hij in de mogelijke overgang van hoogleraarschap bij de TU in Delft, naar de TU in Eindhoven; een tijd van gedoe, en daar houdt Nico niet zo van, want hij wil vooral bezig zijn met denken. Vóór-denken, zoals hij dat noemt. Ik zal dat later uitleggen. Het wordt een bijzonder gesprek over de grote vragen van nu. Een filosofische insteek, maar met praktische vertaling naar wat dit voor de mens en maatschappij betekent. Een uur vol wijsheid, wat nog dagen nazoemt in mijn hoofd en wat geleid heeft tot dit artikel.
Zijn verhaal is positief. Vol hoop. Hij wil de mensen laten zien dat je niet hoeft te ‘overleven’. Er zijn immers voldoende kansen voor ‘Het Goede Leven’. En daarin volgt hij het pad van Aristoteles. De Filosoof. Marco vraagt Nico naar zijn ‘main message’. Daar hoeft hij niet lang over na te denken. Resoluut: “Er is geen schaarste maar overvloed”. Wat me opvalt in deze serie gesprekken is dat elke verkenner zijn boodschap kracht bijzet. Blijkbaar is dat nodig. Kracht die ik vandaag in de toonzetting van Nico weer terugzie.
Hij heeft het over de Hoorn des Overvloeds, de cornucopia (cornu=hoorn; copia=voorraad). Terwijl de wereld zich druk maakt om crisis is hij heel stellig. Er is genoeg voor iedereen! Hij deelt met ons wat er in zijn ogen nodig is ernaar te gaan handelen. In het gesprek maakt hij gebruik van metaforen en voorbeelden uit de mythologie, die helpen om te begrijpen wat hij over wil brengen.
“We zitten in een fase waarin de focus hoort te liggen op ‘heel’ worden. Een revival van ‘Het Goede Leven’. Hij legt dit uit aan de hand van de drie Jungiaanse fases. De eerste fase is de fase waarin we ons ‘in het paradijs bevinden’. Als mens zijn we ‘kind’, onbewust gelukkig en ‘heel’ (homo symbolicus). Deze fase eindigt als we onszelf wegjagen uit het paradijs. En zo komen we in de tweede fase via pubertijd naar de adolescentie. Een tijd van bewust ongelukkig en ‘onheel’ zijn. Een transitiefase die gevolgd wordt door de derde fase die staat voor rijping, helen, één worden met jezelf en je omgeving. Bewust gelukkig en ‘heel’ zijn. Langzaamaan, legt Nico uit, proberen we die derde fase te bereiken en weer ‘heel’ te worden.” Hij illustreert dit aan de hand van het verhaal van Parcival.
Parcival en de Gewonde Visserkoning
In de Graallegenden moet Parcival het ouderlijk huis verlaten en op zoek gaan naar de Graal. Het doel van de zoektocht is niet de schat maar de ontwikkeling tijdens het onderweg zijn. Zonder doel… geen beweging. Gaandeweg overwint Parcival hindernissen; ontdekt zijn eigen mogelijkheden en arriveert bij de gewonde Visserkoning, die hem de Graal toont. Bij zijn bezoek laat hij zich verblinden door de rijkdom en luxe En hij verzuimt de essentiële vraag te stellen: “Waaraan lijdt u?” Hij heeft immers nog niet geleerd om te luisteren met zijn hart en zijn mededogen te tonen. Parcival wordt verbannen uit het paleis en leidt een moeizaam leven, maar ouder en wijzer, gaat hij zien wat er nodig is. Zo komt hij later weer een keer bij het paleis. En dit keer laat hij zich niet verblinden door de weldaad, maar heeft hij aandacht voor de koning. Dat is het begin van de heling van het land. Een symbolisch verhaal, waarin Parcival het symbool is van de nog onbewuste mens die aan het begin van een nieuw pad op zijn levensweg staat.
Er zijn vier dingen aan de hand, aldus Nico:
- De behoefte aan een Nieuw Verhaal
- We zijn nagenoeg blind en doof
- Het ontbreken van “The right cutlery”
- We houden liever vast aan het oude, dan te kiezen voor Het Nieuwe (Verhaal)
1. Het Nieuwe Verhaal
In het Nieuwe Verhaal zien we de overvloed. Dat verhaal schrijft iemand niet zomaar. Dat ontstaat; we maken het met elkaar. Maar om dat verhaal te maken, moeten we het oude loslaten. “We zitten vast in de armen van Chronos. De wereld van KPI’s, meetbare zaken, het zuiver Newtoniaans denken en de kloktijd. Een wereld die draait om dingen.” Ik moet – terwijl ik dit schrijf – denken aan het boek Stuffocation van James Wallman; wat gaat over de verstikkende werking van onze drang naar spullen. Het waanidee dat ‘stuff’ ons gelukkig maakt. Als je daarop gefocust blijft, komt de wereld nergens. Negatief gezien, is de hoop dan snel vervlogen. En daarmee het Nieuwe Verhaal; wat niet draait om dingen, maar om waarde en de existentiële tijd, die staat tegenover de kloktijd. Een verhaal op een ander, hoger aggregatieniveau.
2. We zijn nagenoeg blind en doof
“Dat is wel een probleem, want we zien niet wat binnen handbereik ligt. De oplossing ligt gewoon voor ons.” Om dat te illustreren, vertelt Nico over een eindeloos grote tafel, waar wij, als bewoners van deze wereld, allemaal een plek aan hebben. Midden op de tafel zien we onze oceanen, waarin de ‘hoornen des overvloeds’ drijven, met alles wat de mens nodig heeft: energie, water, eten, gezondheid, onderwijs, transport, bandbreedte…. Alles. Het ligt voor het grijpen, maar je moet het willen zien. De overvloed. “We laten ons belemmeren door voorgeprogrammeerde ideeën. Als we dat durven loslaten, zien we pas wat er echt is. Wat er kan zijn. Als je op zo’n manier gaat kijken en luisteren dan ontdek je hoe gepuzzeld kan worden om vraag en aanbod op elkaar te passen. Om zo nieuwe mogelijkheden te verbeelden en te creëren.” Hij geeft het voorbeeld van een flat.
Vraag en aanbod op elkaar passen
Op de begane grond woont een bejaarde dame. Op de 1e verdieping woont een studente die in haar vrije tijd taxichauffeuse is, en op de 2e verdieping een stel (tweeverdieners). Nu moet de bejaarde vrouw naar de dokter, maar heeft geen vervoer. De studente heeft tijd, maar geen auto. De man en vrouw hebben een auto voor de deur staan, maar geen tijd. Door deze drie situaties aan elkaar te koppelen, kan de student de bejaarde vrouw wegbrengen met de auto van de bovenburen. Opgelost! Zonder verdere hulp van buiten.
Het gaat erom dat we met elkaar dit soort puzzels gaan maken door vraag en aanbod op een slimme manier bij elkaar te brengen. Dan moet je niet te dicht op de situatie zitten, maar er van een afstandje naar kijken om alle mogelijkheden te overzien. “Je ziet het pas, als je het door hebt” zegt hij iets later in het gesprek.
3. The right cutlery
In dit Nieuwe Verhaal – ons verhaal – hebben we andere kwaliteiten nodig. We hebben geleerd om alles hard te maken; rationeel te zijn. We denken en acteren op basis van kosten en opbrengsten. Nico verontwaardigd: “We drukken de waarde van een mens uit in geld. Zo staat vast wat bijvoorbeeld een 83-jarige man mag kosten. En op basis daarvan maken we beslissingen of iemand behandeld wordt of niet. Dat we dat al durven te suggereren is ongelofelijk en mensonwaardig, de mens is gereduceerd tot een ding”.
Maar wat als we dat eens anders doen; gaan denken en acteren vanuit waarde. Het failliet van de business case is nabij. In deze andere manier van benaderen draait het om waarde. Zo gaan we dus van business case naar value case, van het kille doel naar het proces en leven we het leven. “Dankzij een andere manier van denken die we – mooi genoeg – aantreffen bij kinderen, maar wat we stelselmatig wegslopen. Als we fantasie nu eens niet kapot maken….” En zo ziet Nico bij de jonge generatie werknemers al een andere mindset. “Zij laten een ander geluid horen.” Jongen mensen zoals Boyan Slat, die iets doen vanuit een heel andere drive dan geld verdienen. Mensen met passie, de Homo Symbolicus.
Homo Economicus en Homo Symbolicus
Aan de ene kant is er het rechtlijnige vooruitgangsdenken: mensen zijn rationele wezens die de juiste beslissingen nemen uit welbegrepen eigenbelang – de homo economicus.
Aan de andere kant is er een veel gecompliceerder beeld van de mens, een wezen voor wie emotie en identiteit voorop staan en materiële belangen opgeofferd kunnen worden aan prestige en symboliek – de homo symbolicus.
4. Vast aan ‘vandaag’
Een ander ding is tijd. “Onze makke, is dat we het druk hebben. Druk, druk, druk. Om het Nieuwe Verhaal te vinden, moeten we ‘kwalitijt’ nemen voor onszelf en voor elkaar. Er is reflectie en observatie nodig. Ruimte creëren om vóór te denken, in plaats van na-denken. Samen zijn we aan het ontdekken. Van de wereld van nu – die draait om geld en dingen – naar een wereld van morgen, die draait om waarde en zingeving.”
Vanuit deze filosofie wil Nico ook terug naar arbeid. In mijn eigen perceptie is arbeid hard, fysiek werk. Meer gerelateerd aan fabriekswerk, dan aan mijn werk als adviseur. Maar ga je terug naar de werkelijke betekenis, dan is de lading van arbeid inderdaad veel mooier. Arbeid komt van laborare (dingen in waarde zetten, cultiveren). Terwijl werk juist een heel platte betekenis heeft, namelijk dingen in werking zetten. Kijken we naar waarde, dan gaan we met elkaar dus ook weer naar Arbeid. Vanuit die betekenis snap ik ook goed de kreet op menig boerderij “Arbeid Adelt”.
Overvloed; het is er. Echt!
“We gaan een tijd van overvloed tegemoet, tenminste als we het willen zien en je ziet het pas als je het doorhebt! Gewoon ons gezond verstand gebruiken. Denk eens aan energie. Het is zo dat de zon ons, continu 175.000 Terawatt levert; dat doet de zon al meer dan vier miljard jaar en blijft het de komende vier miljard jaar ook doen. Hoeveel heeft de mens daarvan nodig? Amper 10 Terawatt! In september zijn energiecontracten afgesloten (in Dubai en Chili) voor kilowatt prijzen ruim onder de vier cent. Zie het toch … energie kan en gaat gratis worden! Weg met de schaarste-modellen en in dit geval fossiele brandstoffen. ‘Ja maar wie gaat dan ons dividend betalen’ riep een Shell aandeelhouder. Dit is geen Kafkaësk grapje, maar dit jaar echt voorgevallen. Ik hoor nu al weer iemand anders roepen: ‘Tja maar andere belangrijke zaken zijn toch schaars op onze planeet, bijvoorbeeld zuiver drinkwater, toch?’ Hallo, twee derde van onze planeet is bedekt met oceanen. ‘Ja maar dat is zout water!’. Nou dan maken we het toch zoet? ‘Ja, maar dat kost heel veel energie hoor …!’ Zie jij het nu?!”
Pneuma
Een belangrijk woord in Nico’s visie. We kennen allemaal de 3 P’s. People, Planet, Profit. Nico voegt daar een vierde P aan toe: Pneuma (zingeving, Sinnbildung). Stilstaan en discussie hebben over “Waar doen we het voor?”, “Waarom ben ik op aarde?” Zingeving toevoegen in onze focus; een randvoorwaarde voor Het Goede Leven.
It’s our call
“We zijn er pas 2,5 miljoen jaar. Dat is eigenlijk niks. De wereld is nog lang niet klaar, maar we moeten met elkaar wel stappen zetten. De overvloed gaan zien en samen de juiste stappen zetten. Het Nieuwe Verhaal maken, werken aan ons gereedschap, onze ogen openen en tijd maken voor morgen. Om vanuit het Nieuwe Verhaal een balans te vinden in verbeelding, rede en intuïtie. De weg naar ‘Het Goede Leven’. ” En precies daarom introduceerde Nico in 2014 het Manifest Nico Baken.
De oplossing voor de crisis kost niks
In het manifest schetst Nico hoe verschillende sectoren kunnen samenwerken om problemen van individuele burgers op te lossen en laat zien hoe je dat kunt betalen en hoe dat tegelijk een enorme impuls voor de Nederlandse economie kan betekenen. Om met elkaar (samen) te zorgen voor Het Goede Leven.
Het manifest werd door meer dan 100 mensen ondertekend, waaronder Herman Wijffels, Jim Stolze (TedAmsterdam), Jan Mengelers (ex ceo TNO en nu voorzitter College van Bestuur TU/e), Marlies Veldhuijzen-van Zanten (staatsecretaris VWS). De waarde van het Manifest is een gezamenlijk geluid te laten horen en dat te laten groeien. Een beweging start met een steentje in het water. “We gaan van passieve patiënt (het overkomt ons) naar actieve mensen (we doen er iets aan). We hebben onze dagelijks leven uit handen gegeven en nu is het tijd om dingen terug te nemen.”
Een toekomst in de cloud
Tot slot geeft Nico in het gesprek ook een doorkijkje naar de toekomst. Een toekomst waarin de cloud een wezenlijke rol speelt. We kennen al de i-cloud. Informatie die je dankzij de cloud overal en altijd tot je beschikking hebt. De volgende stap is de e-cloud. Waarbij we energie (e) uit de cloud kunnen putten of er naartoe uploaden. Daar zijn we al heel dichtbij. En tot slot de m-cloud. Waarbij ‘m’ staat voor materie. Een cloud van materie. “Stel, je wilt een lekker Brand biertje drinken. Daar hoort natuurlijk een goed glas bij, maar dat heb je niet bij de hand. Via de m-cloud is dat straks gewoon mogelijk. Altijd en overal toegang tot spullen. Het lijkt tovenarij, maar 3D-printing is een voorloper op deze m-cloud. Het gaat gewoon gebeuren”, aldus Nico.
De zin waar het gesprek mee eindigt, is heel treffend en past ook bij de bescheidenheid en zoekende geest van Nico. “Er zijn nog veel vragen”. En zo is het, maar er is ook veel wijsheid, hoop en inzichten om verder op door te gaan! Maar alles begint met het stellen van vragen.
Een gesprek met Nico is elke keer weer goed voor een flinke dosis denkstof. Zijn gedachtegang staat nooit stil, gaat voortdurend een stap verder. En daarin is het mooi hoe hij zijn visie illustreert aan de hand van wat hij om zich heen ziet gebeuren. Op advies van Nico heb ik de CD reeks met college’s van Paul van Tongeren over Aristoteles gekocht en met veel plezier en aandacht afgeluisterd. Een tip voor eenieder die meer wil begrijpen van Het Goede Leven en het gedachtengoed van deze grote denker. Het is een voorrecht om met Nico te spreken, van hem te leren en hem ook te helpen om zijn boodschap verder uit te dragen. Omdat het zo’n belangrijke en tegelijkertijd hoopvolle boodschap is.
De laatste keer dat ik hem sprak, vertelde hij over de uitgestrektheid van onze geest; het Echte Leven, waarin we een verbinding leggen van verleden naar de toekomst. En deed hij een appel op het vermogen om nú te genieten en dat nu vast te houden en te koesteren. Want dat is waar het om draait!
SaveSave
by empoweringpeople | Dec 15, 2016 | De Verkenners, story
Verkenner gesprek met Frank Verborg
Een zonnige frisse dag in november. Marco van Gelder en ik zitten dit keer in Den Haag bij Mama Kelly en gaan in gesprek met Frank Verborg. Organisatieadviseur en schrijver van het boek “Meer ik, meer moraal”. Natuurlijk hebben we zijn boek gelezen voor het gesprek. Een beschouwend boek waarin Frank een filosofische, organisatiekundige en psychologische kijk geeft op onze tijd. Ik ben vooral benieuwd naar zijn eigen mening. Wat is zijn boodschap?
En zo start Marco ook het gesprek. In de loop van de ontmoeting wordt duidelijk dat het voor Frank draait om de behoefte aan sociale efficiëntie, We zitten nu in een tijd die gedomineerd wordt door een verzakelijking van alle relaties. We hebben – zo vertelt hij – zo ons best gedaan alles te organiseren, dat het ik (de mens als individu en persoon) in de knel komt. Het wordt tijd dat we de balans herstellen: meer mens, minder machine.Zijn eigen verkenning naar die boodschap is vastgelegd in de 7 essays uit zijn boek.
“Er wordt veel onzin verkocht over zelfsturende teams”, zegt Frank. Als organisatieadviseur ziet hij het gebeuren. “Terwijl er juist behoefte is aan meer leiderschap. Dingen veranderen alleen als er iemand is die zich ergens druk om maakt en anderen op sleeptouw neemt. Sturing is nou eenmaal nodig om iets tot stand te brengen. Geen enkel sociaal organisme kan zonder hiërarchie en sturing.”
McDonaldisatie van de samenleving
Zoals vaak ontstaan inzichten als je afstand neemt. Frank vertelt dat hij jaren geleden tijdens een vakantie op de camping in Frankrijk “ The McDonaldization of Society” van George Ritzer las. Het boek van Ritzer was een eyeopener en beschrijft precies wat er aan de hand is. “Onze maatschappij heeft overal de kenmerken van een fast-food restaurant overgenomen. Strak georganiseerde werkprocessen, met regels en protocollen. Gericht op controle, beheersing en het produceren of verwerken van massa. Iedereen is vervangbaar en de ‘lopende band’ bepaalt wat er gebeurt. Ook in de zorg, het onderwijs en de rechtspraak. De lopende band is overal. Dit is nu de dominante logica in onze samenleving. Nergens voor nodig, want thuis draait ook alles prima, zonder die overgeorganiseerde inslag.” Frank noemt dit instrumentele rationaliteit. Daarin zijn we doorgeslagen. De balans is zoek.
Over moralisme
Er wordt veel misprijzend gesproken over het dikke-ik. Maar wat Frank ergert, is dat het dan altijd gaat over het dikke-ik van anderen, terwijl hij juist wil dat we naar onszelf kijken. Want leiderschap begint bij ‘ik’.
Mooi hoe de verhalen van de Verkenners in elkaar grijpen. Ook Frank heeft het over ‘het verhaal’. We zijn op zoek naar het goede verhaal, zoals ook Nico Baken in een ander Verkenner gesprek aangaf. En hoewel in de maatschappij veel verdeeldheid lijkt, is er meer verbinding dan we denken.
“Moraal is het verhaal dat we elkaar vertellen over ‘het goede leven’. Als je door je oogharen kijkt, delen we bijna allemaal hetzelfde verhaal . Fundamenteel gaat het om drie waarden: autonomie, het belang van het gewone leven, en het lijden verminderen. Ieder ik wil graag bijdragen aan dat verhaal.”
Het willen zien
Je kunt je makkelijk mee laten voeren door het cynisme – met alles wat er in onze wereld gebeurt – maar Frank ziet graag het positieve. Mooie en goede dingen in de persoonlijke levenssfeer. En die gebeuren wanneer mensen stilstaan bij de vraag ‘wat vind ik nu belangrijk”. Frank haalt het onderzoek van hoogleraar Gabriel van den Brink van de Tilburg University aan. Op allerlei plaatsen in buurten en wijken zijn mensen buitengewoon actief met dingen regelen voor elkaar. Van het verzinnen van alternatieve energievoorzieningen tot samen iets regelen voor eenzame mensen in de wijk. “Als je goed kijkt, en mensen in hun kracht zet, kan het dus beter en anders.” Symbolisch demonstreert Frank: “Doe je jasje open.” Geef ruimte aan authenticiteit, dan komt er ook meer energie. Verstop je zelf niet. Neem jezelf mee in alles!
Creatieve rationaliteit
Maar kun je wel persoonlijk worden? In die dominante instrumentele context, waarin alles geregeld en gecontroleerd wordt, past dat niet. Er is een tegenkracht nodig. Frank noemt dit creatieve rationaliteit. Hierin draait het om vrijheid en authenticiteit. Een plek voor kwetsbaarheid, kracht en moed, want de dominantie van de instrumentele rationaliteit maakt niet zomaar plaats. Daar moet je flink moeite voor doen.
Hij illustreert het met een voorbeeld. Vergaderingen. “Doorgaans parkeren we onze ‘ik’ bij de deur, als we de vergadering in gaan. We doen mee in het vergaderritueel; het protocol. Maar wat als je jezelf echt meeneemt in de vergadering. Inbrengt wat er voor jou toe doet? Dan heb je andere gesprekken en ontstaat er op een heel ander niveau de verbinding met elkaar. Zo breng je balans tussen de instrumentele & creatieve rationaliteit. De instrumentele rationaliteit, die is overal aanwezig. We kunnen niet zonder en willen geen onzekerheid. Het biedt een soort veiligheid. Maar het verstart ook. En vandaar Franks betoog om jezelf weer in te brengen: creatieve rationaliteit.
Over leiderschap en oordelen
“Sturen = kiezen. Leiderschap draait ondermeer om het aanbrengen van focus. Het maken van keuzes; wat doen we wel en wat niet. Waar draait het om? Die keuzes maak je op basis van jouw eigen oordeel door te kijken naar de situatie om te zien wat er nodig is. Dat is niet iets wat je kunt uitbesteden aan een ander.
Als leider draait het niet alleen om praten maar ook om doen. Het voortouw nemen en anderen op sleeptouw nemen. Verbinding leggen betekent vaak het gesprek faciliteren. Ruimte maken voor een oordeel. Een waarnemingsoordeel. ‘Wat is hier nu nodig – situationeel?’
We hebben wel vaak een oordeel, maar durven het niet uit te spreken. Bedenk dat een oordeel hebben is iets heel anders dan iets veroordelen…..”
De boodschap
Denkers blijven denken, en vormen voortdurend weer nieuwe gedachten. Zo leidt het gesprek tussen Frank en Marco tot een nieuw inzicht. Een soort aha moment. Hier draait het om: Sociale Efficiëntie. Iets wat we nodig hebben, maar wat er niet is. We zijn immers sociaal inefficiënt. Kijk maar:
- We vergaderen met meer dan 3 mensen
- We praten over rapporten (terwijl een rapport het eind van het proces is)
- We weten niet wie de eigenaar is
- We discussiëren eindeloos, want dan hoef je niks te doen
- We kijken niet naar de mens
Zo simpel kan het dus zijn. Werken in kleine groepen, want het is bewezen dat je we ons in groepjes van drie het meest op ons gemak voelen. De dialoog aan het begin hebben, als je er nog iets aan hebt. In plaats van aan het eind. Duidelijke verantwoordelijkheden; wie zorgt voor de focus? Wie durft te oordelen? Stoppen met praten en dingen gaan doen. En ruimte voor de mens. Een mens wordt niet voor niks gekenmerkt door emoties. Het (h)erkennen van emoties, zoals Bang, Boos, Blij en Bedroefd, om een reactie te snappen. Frank legt uit “Onze emotie is de verbinding met de wereld. Gevoelens en emoties vormen onze intieme binnenwereld en tegelijk zijn ze onze verbindingslijn met anderen en de omgeving. Het persoonlijke zit van binnen en is de verbindingslijn met buiten.” Daar is overigens niks zweverigs aan. Dat is niet Frank zijn ding. Daarom blijft het ook creatieve rationaliteit.
Een gesprek met een punt. Een boodschap die even simpel als krachtig is. Laat je ‘ik’ niet bij de deur staan. Maar neem het mee in alles wat je doet. We waren op zoek naar de mening van Frank. En die hebben we gekregen. Ik weet nu hoe het komt dat dat zo lastig te duiden was. Zijn waarde is namelijk zeker ook zijn kennis. De essays in het boek zijn niet zomaar verhaaltjes, maar goed onderbouwde beschouwingen, om stap voor stap een gedachtegang op te bouwen. Daarmee is zijn mening bijna een waarheid en voelt daarom niet als mening. Dat is de kracht van Frank. Feitelijk, eerlijk en overtuigend. Omdat we er samen beter van worden, als we onszelf meer durven zijn.
SaveSave